Frisseluchtinstelling (FAS)

De FAS is voor automatische nulpuntkalibratie van het toestel.

De frisse-luchtinstelling heeft beperkingen. De nul van elke sensor die buiten deze grenzen valt, zal niet worden aangepast door het FAS-commando.

WAARSCHUWING! 

Activeer de frisse-luchtinstelling niet tenzij u er zeker van bent dat u zich in frisse, niet-verontreinigde lucht bevindt. Anders kunnen er onnauwkeurige uitlezingen plaatsvinden, die een gevaarlijke atmosfeer als veilig kunnen beoordelen. Indien u aan de kwaliteit van de omgevingslucht twijfelt, moet u de functie voor de frisse-luchtinstelling niet gebruiken. U mag de frisse-luchtinstelling niet gebruiken ter vervanging van dagelijkse kalibratiecontroles. De kalibratiecontrole is noodzakelijk om de nauwkeurigheid van het meetbereik te verifiëren. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan ernstig persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben.

Indien een laadcyclus van de batterij wordt onderbroken, voordat deze is voltooid (4 uur voor een volledig lege batterij), moet u de inwendige temperatuur van het toestel 30 minuten laten stabiliseren voordat u een frisseluchtinstelling uitvoert.

Afbeelding 3 Frisse-luchtinstelling

Indien deze optie is geactiveerd, verschijnt "FAS?" op het toestel en wordt de gebruiker verzocht om een frisse-luchtinstelling uit te voeren.

1. Druk op de p knop om de frisse-luchtinstelling over te slaan.
De frisse-luchtinstelling wordt overgeslagen en het apparaat gaat naar de meetpagina (hoofdpagina).
2. Druk binnen 10 seconden op de knop om de frisse-luchtinstelling uit te voeren.
Het toestel start de frisse-luchtinstelling.
Het scherm toont een Geen-gassymbool, een knipperende zandloper en alle geactiveerde gassensoruitlezingen.
Na afloop van de frisse-luchtkalibratie verschijnt er "FAS PASS" of "FAS ERR" op het scherm, samen met de vlaggen van de sensoren die zich niet binnen de frisse-luchtlimieten bevinden. Alle sensoren binnen de FAS-limieten zullen op nul worden gezet.